Hello, I'm
Kiki Lombarts
professor professional performance, UvA, Amsterdam UMC
Even voorstellen
De rode draad door mijn werkende leven is samen te vatten als ‘dokters en kwaliteit’. Of iets specifieker, het het functioneren en presteren van medisch specialisten, inclusief de kwaliteit van zorg en opleiden die ze leveren. Al meer dan 30 jaar onderzoek, volg, adviseer en begeleid ik hen. Ik spreek met en over dokters, kijk met hen mee en soms op hen toe. Het blijft me boeien.
Op deze website vertel ik er meer over en kunt u lezen wat dat heeft opgeleverd (mijn performance), wat me nu bezighoudt (mijn nieuws) en waar ik mee bezig ben (mijn agenda).
Nieuwtjes...
Hoe leren aios om compassievolle zorgverleners te zijn? Artsen - en patiënten! - vinden compassie een belangrijk aspect van goede zorgverlening, maar het vak 'compassie' is niet opgenomen in het curriculum. De facto leren aios tijdens hun (medisch specialistische) opleiding veel door 'af te kijken' van hun supervisoren; voorbeeldgedrag is daarmee een belangrijke opleidingsstrategie. In deze studie vroegen we ons af of aios compassievol gedrag observeren bij hun supervisoren en in welke mate ze supervisoren zien als rolmodellen. Bovendien waren we benieuwd of er een verschil was tussen vrouwelijke en mannelijke supervisoren. Het goede nieuws is dat aios in het algemeen positief oordelen over het compassievolle gedrag van hun supervisoren. Bovendien, supervisoren die van aios een hogere score kregen op 'compassie tonen naar patiënten en hun families', werden ook vaker als een rolmodel gezien door aios. Opvallend - doch in lijn met sociaal-historische gender verwachtingen - is dat vrouwelijke supervisoren significant beter scoorden in het tonen van compassievol gedrag, maar dat mannelijke supervisoren meer waardering kregen voor het tonen van compassie. Meer weten? Lees het artikel van Rosa Bogerd et al. dat vandaag is gepubliceerd in Perspectives on Medical Education.
Er is veel zorg over het welzijn van artsen. Er is gelukkig ook veel zorg voor dit welzijn. Dit begon al ver voor de COVID19 pandemie, intensiveerde tijdens de pandemie, en is inmiddels een hoge, zo niet de hoogste, beleidsprioriteit van bestuurders van ziekenhuizen, en andere zorginstellingen. Hoge prioriteit staat echter niet gelijk aan effectiviteit. In de 'eerste fase' zijn zorgprofessionals bedolven onder een welzijnsaanbod van individuele interventies zoals coaching, mindfullness cursussen, meditatietrainingen etc. Ik ben van allen fan en vind het een rijkdom dat het desgewenst beschikbaar is voor professionals; ieder mens kan er baat bij hebben. Zelf heb ik in mijn leven een ruime portie 'persoonlijke ontwikkeling' geconsumeerd, al ver voordat het mode werd, laat staan aangeboden door zorginstellingen. Ik houd me voor dat ik er belangrijke (levens)skills heb geleerd, en er zelfbewuster, een beetje wijzer, veerkrachtiger en misschien ook een leuker mens van ben geworden. De investeringen die ik hiervoor deed - in tijd, groeipijnen en geld - waren en zijn mijn eigen keuze. De volwassener versie van mezelf bracht en breng ik mee naar de wereld, en (dus ook) naar mijn werk. Net zoals anderen dat doen die het pad van ontwikkeling kiezen te bewandelen.
Maar, persoonlijke groei is niet het antwoord op de toenemende werkstress die wordt gecreëerd door de steeds complexere, veeleisendere omstandigheden waarin zorgprofessionals moeten werken. Organisaties moeten ook zelf aan de bak. Ook zorginstellingen moeten investeren - in tijd, groeipijnen en geld! - om zelfbewuster te worden, wijzer, veerkrachtiger en als het kan ook leuker. Het is tijd voor de 'tweede fase' in het zorgen voor zorgprofessionals. Welzijnsonderzoekers en zorgprofessionals roepen dit al jaren. Ook bestuurders erkennen de noodzaak, al was het maar omdat de ad hoc aanpak uitgeput blijkt. Op macroniveau vereist het een moedig gesprek waar alle stakeholders in de zorg aan tafel moeten komen: koepelorganisaties, zorgverzekeraars, beroepsverenigingen en - last but not least - de overheid. Moedig omdat er veel waarheid schuilt in de noodkreet 'het systeem moet op zijn kop'.
Ondertussen moet het (ziekenhuis)bedrijf wel doorgaan, en is het gesprek over welzijn relevanter dan ooit. Een gesprek op het niveau waar wel invloed kan worden uitgeoefend. Die circle van influence is voor artsen de vakgroep. Wat kan de druk bij de individuele arts wegnemen? Wat kan eenvoudig verlichting bieden in de directe omgeving? Moet alles meteen nu? Hoe kunnen collega's elkaar ondersteunen? Zijn er collega's die 'op het randje' balanceren, het privé te zwaar hebben, of zich niet veilig voelen in het team? Wordt iedereen in d groep gezien? Wordt er voldoende gelachen? Waarderen teamleden elkaar en (hoe) laten ze dat weten?
Sharing is caring. Als teams een waardevol gesprek over het ervaren welzijn in de vakgroep willen voeren, maar niet helemaal 'blanco' willen beginnen, dan is een optie om het gesprek te starten aan de hand van de resultaten van een korte screening, uit te voeren met behulp van de WellNext Scan (WNS). Deze Scan is de afgelopen jaren ontwikkeld en getest door mijn vakgroep PP&CC. De WNS is gebaseerd op de laatste literatuur, behoeftepeilingen van artsen, en gebruik in de praktijk door groepen van medisch specialisten en a(n)ios. Het wetenschappelijk resultaat is te lezen in deze publicatie van Sofiya Abedali et al. in PLoS One.